Koptekst overslaan
Voor schermlezerPagina voor normale webbrowser
 

Afdrukken

Volg de onderstaande procedure om op gewoon papier af te drukken.

Belangrijk

  • Gekruld papier kan vast komen te zitten. Maak alle krullen recht voordat u het papier plaatst.

  • Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag in de papierladen.

  • Als inkt vlekt en tekens niet op de juiste wijze worden gevormd wanneer u witte tekst op een zwarte achtergrond afdrukt, selecteert u [Hoge snelheid] of [Snelheid prioriteit] in het gebied [Afdrukkwaliteit] en drukt u de taak vervolgens opnieuw af.

  • Afdrukken op enveloppen

    • Voordat u enveloppen plaatst, moet u zorgen dat de randen niet gekreukt zijn. Rol daarom met een pen of een vergelijkbaar object over de randen.

    • Druk de hendel van de papiergeleider in en schuif de papiergeleiders vervolgens in de positie die overeenkomt met de papiergrootte.

      afbeelding

  1. Plaats normaal papier in de lade.

    Hoe u het papier plaatst, is afhankelijk van het papiertype.

  2. Open het dialoogvenster Printereigenschappen vanuit de toepassing.

  3. Selecteer het papiertype in de lijst [Papiertype:].

    Nadat u het papierstype heeft geselecteerd, schakelt u de enveloppenkiezer in op “afbeelding”.

  4. Maak de benodigde instellingen en klik vervolgens op [OK].

    Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt gesloten.

  5. Definieer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op [OK].

Opmerking

  • Als u [Papiersoort] instelt op [Glanzend papier] in het dialoogvenster met printereigenschappen, moet u niet vergeten om elk vel te verwijderen, aangezien dit in de klep van lade 1 wordt afgeleverd.

  • U kunt maximaal 20 enveloppen plaatsen.