Registratie
Volg de onderstaande procedure om aan te passen waar wordt begonnen met het afdrukken op papier dat in elke lade is geplaatst na controle van het afgedrukte testpatroon.
Schuif de enveloppenkiezer in 
de voorwaartse stand.
Druk op de [Menu]-toets.
Druk op de toets [
] of [
] om [Onderhoud] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Menu: Onderhoud |
Druk op de toets [] of [] om [Registratie] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Onderhoud: Registratie |
Druk op de toets [] of [] om [Testpatr. afdr.] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Registratie: Testpatr. afdr. |
Druk op de toets [] of [] om een papierlade te selecteren, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Testpatr. afdr.: Lade 1 |
Druk op de toets [] of [] om een papiertype te selecteren, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Testpatr. afdr.: Normaal papier |
Er wordt een testpatroon afgedrukt, zodat u de beginpositie voor het afdrukken kunt wijzigen.
Controleer de optimale aanpassingswaarden op het afgedrukte testpatroon.
Vouw het testpatroonvel dubbel in de lengterichting.
De optimale aanpassingswaarde is het verschil tussen de enkele verticale lijn en de verticale lijn van het kruis dat u kunt zien wanneer het gevouwen vel papier tegen het licht wordt gehouden. Wanneer het verschil één kalibratieteken in de richting van de "+" is, is de optimale waarde voor de [Leesrichting] "+1.0".
Vouw het testpatroonvel dubbel in de breedterichting, en controleer vervolgens de aanpassingswaarde voor de [Invoerrichting].
Aanpassingswaarden gaan in stappen van 0,1.
Druk op de toets [] of [] om [Aanpassing] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Registratie: Aanpassing |
Druk op de toets [] of [] om een papierlade te selecteren, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Aanpassing: Lade 1 |
Druk op de toets [] of [] om een papiertype te selecteren, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Aanpassing: Normaal papier |
Druk op de toets [] of [] om de aanpassingswaarden (-4.0 tot +4.0) in te voeren in de [Leesrichting] van stap 7, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Leesrichting: (-4 ,+4) 0.0 |
Druk op de toets [] of [] om de aanpassingswaarden (-4,0 tot +4,0) in te voeren in de [Invoerrichting] van stap 7, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
| Invoerrichting: (-4 ,+4) 0.0 |
Druk op de toets [Online].
Het beginscherm wordt weergegeven.
Voor lade 2 en de handinvoer kunt u alleen [Leesrichting] aanpassen.
Als u [Glanzend papier] heeft geselecteerd als het papiertype voor lade 1, kunt u alleen de [Invoerrichting] aanpassen.
