Koptekst overslaan
Pagina met ondersteuning voor schermlezerStandaard
 

Voorzorgsmaatregelen bij papiertypen

Normaal papier

  • Gebruik de handinvoer om op dik papier af te drukken (157 g/m2 (42 lb.) of meer).

  • Het enige type A6-papier (105 × 148 mm (4,2 × 5,9 inch)) dat kan worden geplaatst in lade 1 is dat van 80g/m2.

  • U moet sommige typen papier na het afdrukken langer laten drogen dan andere. Bij dubbelzijdig afdrukken kan de inkt worden uitgesmeerd of afgeven. In het printerstuurprogramma kunt u de tijd opgeven dat het apparaat moet wachten met het afdrukken van de volgende zijde van een dubbelzijdige afdruk. Zie de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.

Normaal inkjetpapier

  • Wanneer u op normaal inkjetpapier afdrukt, klikt u in het dialoogvenster met printereigenschappen op [Normaal inkjetpapier]. U kunt nu met een hogere kwaliteit afdrukken.

  • Als in het dialoogvenster met printereigenschappen [Normaal Inkjet papier] is geselecteerd, kan alleen enkelzijdig worden afgedrukt. Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, klikt u op [Normaal].

  • Gebruik het zo snel mogelijk nadat u de verpakking heeft geopend.

Glanzend papier

  • De tijd die nodig is voordat de inkt droog is, hangt af van het type afdrukafbeelding en de omgevingscondities.

  • Als de temperatuur hoger is dan 25°C of de relatieve luchtvochtigheid 50% overschrijdt, kunnen problemen met de continue doorvoer van glanzend papier optreden. Als dit het geval is, voert u de vellen één voor één door.

  • Als u meerdere vellen glanzend papier plaatst en deze niet op de juiste wijze worden doorgevoerd, voert u de vellen één voor één door.

  • Inktvlekken kunnen worden veroorzaakt door omgevingscondities (zoals een hoge vochtigheid) en het type afbeelding dat wordt afgedrukt (zoals afbeeldingen met veel inkt). Als er inktvlekken zijn, stelt u [Afdrukkwaliteit] in op [Kwaliteitprioriteit] of [Snelheid prioriteit]. Dit stopt de inktvlekken mogelijk.

  • Mogelijk laat de roller vlekken achter op afdrukken.

  • Als papier vanuit de handinvoer wordt doorgevoerd, verschijnen er mogelijk vlekken op de afdruk die door de roller worden veroorzaakt.

  • Laat de afdruk ongeveer een dag drogen om er zeker van te zijn dat de afdruk bestand is tegen water en olie.

  • Sommige afdrukken kunnen ertoe leiden dat het papier omkrult, wat een onregelmatige afdruk oplevert. Als dit gebeurt, stelt u [Afdrukkwaliteit] in op [Kwaliteitprioriteit].

  • Alleen enkelzijdig afdrukken is mogelijk.

  • Wanneer u deze vellen gebruikt, raadpleegt u de bijgeleverde instructies.

Enveloppen

  • In lade 1 kunnen maximaal 20 enveloppen worden geplaatst.

  • Als de enveloppen opbollen, maakt u ze plat.

  • Plaats enveloppen voorzichtig, want het afdrukgebied hangt af van de richting.

  • Stel de hendel in op de achterste positie afbeelding voordat u gaat afdrukken.

Dik papier

  • Dik papier is zwaarder dan 157 g/m2 (42 lb.).

  • In de handinvoer kunt u papier plaatsen met een gewicht van maximaal 255 g/m2 (60 lb.).

  • Plaats het papier in de handinvoer met de afdrukzijde naar boven.

Voorzorgsmaatregelen na het afdrukken

Afhankelijk van het papiertype kan het even duren voordat de inkt droog is. Controleer of de afdrukken goed droog zijn voordat u ze vastpakt. Anders kan de inkt uitlopen.

Opmerking

  • Afhankelijk van het soort afdruk kan de inkt vlekken. Als dit gebeurt, stelt u de enveloppenkiezer in op de achterste positie afbeelding.