Installatie bevestigen
Controleer of de software is geïnstalleerd.
Pictogrammen controleren |
Wanneer het printerstuurprogramma op de juiste wijze is geïnstalleerd, wordt het pictogram van de printer weergegeven in de map [Printers en faxapparaten]. Wanneer de installatie van de gebruikershandleiding is voltooid, wordt het pictogram van de gebruikershandleiding op het bureaublad weergegeven. Als de pictogrammen niet worden weergegeven, is de software niet op de juiste wijze geïnstalleerd. In dit geval moet u de installatieprocedure herhalen. Zie Snelinstallatie voor USB. |
De software controleren |
U kunt SmartDeviceMonitor for Client installeren door op "Snelinstallatie voor netwerk" of "DeskTopBinder - SmartDeviceMonitor for Client" te klikken. Als SmartDeviceMonitor for Client is geïnstalleerd, wordt het pictogram SmartDeviceMonitor for Client weergegeven in de map [SmartDeviceMonitor for Client]. Om de map [SmartDeviceMonitor for Client] te openen, selecteert u [Programma's] in het menu [Start] en selecteert u [DeskTopBinder] en vervolgens [SmartDeviceMonitor for Client]. |
Poorten controleren |
Controleer in het dialoogvenster met printereigenschappen of de USB-aansluiting of netwerkprinter is geselecteerd als poort. Om de verbinding te controleren, kunt u een proefafdruk maken. Zie Als de testafdruk mislukt als de proefafdruk niet wordt afgedrukt. |
