Dit is een vooraanzicht van de printer.


Bovenklep
Normaal gesproken houdt u deze klep dicht. Als u vastgelopen papier niet kunt vinden of vastgelopen papier niet gemakkelijk kunt verwijderen, kunt u de staat van het papier controleren vanaf de bovenkant van de printer.
Uitvoerklep lade 1
Afdrukken worden afgeleverd op de klep van lade 1.
Uitvoerklepextensie lade 1
Trek deze extensie naar buiten wanneer u papier van een groot formaat gebruikt om te voorkomen dat papier op de grond valt.
Klep lade 1
Deze is verbonden met lade 1.
Als u papier wilt plaatsen, verwijdert u de klep van lade 1.
Wanneer u wilt afdrukken op papier dat groter is dan A4-formaat of Letter-formaat trekt u de Uitvoerklep van lade 1 uit.
Lade 1
Hier plaatst u het papier.
Wanneer u wilt afdrukken op papier dat groter is dan A4-formaat of Letter-formaat trekt u de uitvoerklep uit.
Enveloppenkiezer
Voor enveloppen stelt u de hendel in op de achterste positie
; voor alle andere typen papier stelt u de hendel in op de voorste positie
.
Printcartridge (geel)
Printcartridge (magenta)
Printcartridge (cyaan)
Printcartridge (zwart)
Rechtervoorklep
Houd deze klep normaal gesproken dicht. Open de klep voor het installeren of vervangen van printcartridges.
Papierinvoerwiel
Dit gebruikt u om papier dat rondom de geleiderplaat is vast komen te zitten te verwijderen.
Linkerklep
Normaal gesproken houdt u deze klep dicht. Open deze klep alleen wanneer u aan het papierinvoerwiel moet draaien.