![]() ![]() | ![]() | ||
In dit gedeelte worden de basishandelingen voor het verzenden van faxen uitgelegd.
Druk op [Fax] en verzeker u ervan dat de indicator [Geheugen-verzending] aan is.

Als deze oplicht, is geheugenverzending ingesteld.
Normaal is geheugenverzending geselecteerd.
Voor faxen met directe verzending drukt u op [Geheugen-verzending]. De indicator gaat nu aan.
Plaats het origineel.
| 16:00 Stnd 100% -org inst-All. Fax |
Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, drukt u op [Resolutie] en geeft u de instellingen op.
Voer de bestemming in.
SUB= |
Als u op een Snelkiestoets drukt, wordt de toegewezen bestemming op de display weergegeven en begint het verzenden automatisch. U hoeft niet op [Zwart-witafdruk] te drukken, zoals in stap 4.. (Zie hieronder.)
Als u een vergissing maakt, drukt u op [Wissen/stoppen] en vervolgens op het juiste nummer.
Druk op [Zwart-witafdruk].

Wanneer u het origineel op de glasplaat hebt gelegd, gaat u door met stap 5..
Het verzenden begint.
Na verzending wordt het startscherm weergegeven.
Als u een fax tijdens het verzenden wilt annuleren, drukt u op [Wissen/stoppen] en verwijdert u het origineel.
Druk op [Yes].
| Glasplaat scan.(A4 Scan=Yes (Form.= |
Druk op [Zwart-witafdruk].
| Volg. pag? (A4 Scan=Yes (TX=Start) |
Het verzenden begint.
Na verzending wordt het startscherm weergegeven.
Als u een fax tijdens het verzenden wilt annuleren, drukt u op [Wissen/stoppen] en verwijdert u het origineel.