Koptekst overslaan
Pagina met ondersteuning voor schermlezerStandaard
 

De eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma instellen

In dit gedeelte worden de basishandelingen voor het LAN-faxstuurprogramma beschreven.

Het onderstaande voorbeeld is de procedure voor Windows.

1In het menu [Start] wijst u naar [Instellingen] en vervolgens klikt u op [Printers en faxapparaten].

2Klik op het pictogram van de printer en klik dan op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken...] in het menu [Bestand].

Het eigenschappenvenster voor LAN-Fax wordt weergegeven.

3Op het tabblad [Instellingen] stelt u [Papierformaat], [Afdrukrichting] en [Resolutie] in.

4Op het tabblad [Afzenderinformatie] stelt u de afzender in.

5Op het tabblad [Adresboek] legt u de bestemmingen vast.