In dit gedeelte worden de basishandelingen voor het LAN-faxstuurprogramma beschreven.
Het onderstaande voorbeeld is de procedure voor Windows.
In het menu [Start] wijst u naar [Instellingen] en vervolgens klikt u op [Printers en faxapparaten].
Klik op het pictogram van de printer en klik dan op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken...] in het menu [Bestand].
Het eigenschappenvenster voor LAN-Fax wordt weergegeven.
Op het tabblad [Instellingen] stelt u [Papierformaat], [Afdrukrichting] en [Resolutie] in.
Op het tabblad [Afzenderinformatie] stelt u de afzender in.
Op het tabblad [Adresboek] legt u de bestemmingen vast.