U kunt instellen wanneer een fax naar een bepaalde bestemming moet worden verzonden. Deze functie is handig als u een fax naar een bestemming in een andere tijdzone verzendt.
Deze functie is alleen beschikbaar bij verzending vanuit het geheugen.
Stel met [Later verzenden] een verzendtijd binnen 24 uur in.
U kunt deze functie samen met [Broadcast], [Polling RX] en [Overdr. verzoek] gebruiken.
Deze functie is beschikbaar voor internetfaxen.
Druk op [Fax] en verzeker u ervan dat de indicator [Geheugen-verzending] aan is.

Normaal is geheugenverzending geselecteerd.
Plaats het origineel.
| 16:00 Stnd 100% -org inst-All. Fax |
Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, drukt u op [Resolutie] en geeft u de instellingen op.
Druk op [Fax-opties].

Druk op de toets [
] of [
] om [2 Later verzenden] weer te geven en druk vervolgens op de toets [Yes].
| 2 Later verzenden? OK=Yes |
Voer de tijd in met de cijfertoetsen en druk op [Yes].
| Laterverzenden=20:00 OK=Yes |
Als u een vergissing maakt, drukt u op [Wissen/stoppen] en vervolgens op het juiste nummer.
Voer de bestemming in en druk op [Yes].
SUB= |
Druk op [Zwart-witafdruk].

Het verzenden start op de opgegeven tijd.
![]()
Met [Later verzenden] kunt u een fax verzenden tegelijkertijd met een andere fax die u met [Later verzenden] heeft ingesteld. Als u dit doet, wordt de eerder opgegeven fax als eerste verzonden.
Als u op [Fax-opties] drukt na stap
, kunt u [Later verzenden] instellen voor gebruik samen met [Broadcast], [Overdr. verzoek] of [Polling RX].
Nadat u de bestemming heeft opgegeven, kunt u ook de SUB- of SID-code invoeren. U kunt de SUB- of SID-code van maximaal 20 cijfers invoeren.
U kunt SUB- of SID-codes net als namen en faxnummers in het adresboek opslaan.