Wanneer printerdelen wordt uitgevoerd vanaf een afdrukserver en er een verbinding met de printer wordt gemaakt vanuit een Windows 98/Me-computer, bestaat er een risico dat het installeren van de printer driver mislukt aan clientzijde.
Wanneer dat gebeurt, maakt u de volgende instellingen op zowel de afdrukserver als de client:
Details van problemen die kunnen optreden
Printerdelen wordt niet op de clientcomputer getoond en wanneer u probeert af te drukken, start het afdrukken niet en verschijnt er een "foutmelding".
Instelling afdrukserver
Op de afdrukserver, vanuit het pictogram Printers, opent u de printereigenschappen. Op het tabblad [Algemeen] verwijdert u [Opmerking]. Probeer het volgende wanneer u "Instelling afdrukserver" niet kunt verlaten:
Op het tabblad [Delen] voert u de [Deelnaam] van minder dan zeven letters.
Op het tabblad [Delen] verwijdert u [Opmerking].
Voer de naam van het serverapparaat (computernaam) in met minder dan zeven letters.
Een clientcomputer resetten
Verwijder de printer driver van de clientcomputer en start Windows opnieuw op.
Op de afdrukserver voert u de noodzakelijke instellingen in onder "Instelling afdrukserver".
Installeer de printer driver opnieuw op de clientcomputer.